Wanneer het chroom met zuurstof in aanraking komt, vormt het een onzichtbaar laagje chroomoxide (ook genaamd: dichroomtrioxide) (Cr2O3), de oxidehuid. Dit laagje beschermt het onderliggende metaal tegen verdere oxidatie.
De hoeveelheid koolstof bepaalt de hardheid van het staal. Een staalsoort met veel koolstof is daardoor moeilijk bewerkbaar.
Roestvrije staalsoorten met tussen 6 en 26% nikkel (de 300-reeks uit de AISI) zijn austenitisch en niet-magnetisch in geleverde toestand. Ze zijn uitstekend vervormbaar (plooien, dieptrekken, strekken) en ook schokbestendig in het hele temperatuurbereik, zowel bij heel lage tot heel hoge temperaturen. Door toevoeging van de bovengenoemde hoeveelheden nikkel in het staal blijft de austenitische fase thermodynamisch stabiel. Daardoor vindt na een warmtebehandeling van austenitisch roestvrijstaal geen faseovergang plaats tijdens het afkoelen. Harden van austenistisch roestvrijstaal door middel van een warmtebehandeling is derhalve niet mogelijk. De overige elementen, zoals bijvoorbeeld chroom en molybdeen, verhogen de corrosieweerstand en bewerkbaarheid van het staal.
AISI 430, AISI 410 en AISI 409 (de 400-reeks) zijn voorbeelden van ferritische, alsook duplex roestvrije staalsoorten. In tegenstelling tot de austenitische roestvrijstaalsoorten zijn ferritische en duplex roestvrijstaalsoorten wel magnetisch, maar de mate waarin ze vervormbaar zijn is over het algemeen minder goed.
Roestvrije staalsoorten zijn zeer gevoelig voor chloor. Stadswater, zwembadwater, natriumhypochloriet (NaOCl), waterstofchloride (HCl) en ijzer(III)chloride zijn zeer agressief op roestvrij staal. Putcorrosie is de corrosie waarbij zich putjes in het oppervlak vormen. Als bijvoorbeeld roestvrij staal AISI 304 in contact komt met chloorhoudend water, van bijvoorbeeld drinkwater of zwembadwater, dan zal het chloor plaatselijk de beschermende laag chroomoxide aantasten. Er ontstaat dan het begin van een ondiep putje, waar zich weer meer chloorionen verzamelen, waardoor de aantasting bij voorkeur op die plaats doorgaat en het putje dieper wordt. Uiteindelijk ziet het materiaal er grotendeels gaaf uit, maar met een aantal putjes over het oppervlak. Typisch bij putcorrosie zijn de gaatjes juist naast een lasnaad.
De elasticiteitsmodulus van roestvrij staal is niet dezelfde als van gewoon staal. De E-modulus van RVS is E = 195.000 MPa en van 'gewoon' constructiestaal is de E-modulus: E = 210.000 MPa.
De treksterkte van een roestvrij staal is een maatstaf om de mechanische eigenschappen van dit staal te classificeren. Praktisch is de vloeigrens (soms ook de 0,2%-rekgrens of Rp 0,2) van veel meer belang. Als het materiaal tot de treksterkte komt, is het immers al sterk plastisch vervormd.
Wij gebruiken dus enerzijds onze eigen cookies en anderzijds cookies van zorgvuldig geselecteerde partners met wie we samenwerken.
Kijk dan in onze uitgebreide Cookieverklaring en ons Privacybeleid .